Kraakbeenletsel van de knie Terug naar overzicht

 

 

kraakbeenletsel mediaal compartiment van de knie

Wat is articulair kraakbeen?

Articulair kraakbeen is de glijlaag van het boven- en onderbeen in het kniegewricht.

De kraakbeenlaag voorziet een zacht oppervlak hetgeen het gewricht mogelijk maakt om wrijvingsloos te bewegen tijdens dagelijkse activiteiten zoals wandelen of sporten.

 Is een kraakbeenletsel in de knie hetzelfde als een meniscusscheur?

Nee. Er zijn 2 duidelijke verschillende types van schokdempers in het kniegewricht:

  • Articulair kraakbeen;
  • De menisci (mediale en laterale).

De menisci zijn halve maan- en wigvormige structuren op de tibia (scheenbeen) dewelke dienen als schokabsorbering tussen de femur (dijbeen) en de tibia (scheenbeen).

Een meniscusletsel komt extreem veel voor en kan tegelijkertijd voorkomen met een kraakbeenletsel. In vele gevallen kan meniscusletsel leiden tot geassocieerd kraakbeenletsel.

Hoe kan ik mijn kraakbeen beschadigen?

Bij sommige patiënten kan een kraakbeenletsel voorkomen als resultaat van een verkeerde beweging in een  voor het overige normaal gewricht.
In sommige gevallen komt dit voor samen met andere ligamentaire (bvb voorste kruisbandscheur)  of meniscus letsels.
In vele gevallen zullen kraakbeenletsels evolueren met der tijd door repetitieve microtrauma gerelateerd aan dagelijkse activiteiten, sport en werk.
Sommige patiënten zijn geboren met een  malalignement (scheve stand) van de benen hetgeen leidt tot grotere stress op één van de kraakbeenregio’s.

Wat gebeurt er wanneer kraakbeenletsels voorkomen?

Een kraakbeenletsel resulteert initieel in acute pijn, zwelling en “mechanische symptomen” zoals klikken of op slot geraken wanneer de gewrichten niet langer bewegen over het zachte wrijvingsloze oppervlak.

Zal mijn kraakbeenletsel helen? Zal het verergeren?

Kraakbeen heeft geen normale bloedtoevoer. Het wordt gevoed door het gewrichtsvocht. Het heeft een zeer beperkte mogelijkheid om zichzelf te genezen. De meeste kraakbeenletsels ontstaan als kleine of oppervlakkige letsels genoemd een focaal chondraal defect. Als ze niet worden behandeld of beschermd kan de schade uitbreiden en leiden tot verdere deterioratie en een groter defect in het kraakbeen. Als een kraakbeenletsel groter wordt of erger, is het gewricht niet langer beschermd hetgeen leidt tot pijn, progressie van de symptomen en vroege ontwikkeling van uitgebreide knieartrose (gonartrose).

Hoe worden chondrale laesies/kraakbeenletsels gediagnosticeerd?

De meeste chondrale defecten kunnen niet gediagnosticeerd worden op een radiografie, dus is een MRI noodzakelijk om de status, locatie en soms grootte van het defect vast te stellen. Een MRI is ook belangrijk om een letsel uit te sluiten van andere structuren (ligamenten, menisci). Het is wel belangrijk om te weten dat een arthroscopie de enige manier is om de definitieve grootte van een defect te visualiseren en de volledige omvang van een letsel te beoordelen. Een MRI onderschat meestal de grootte van een kraakbeendefect.

Waarom zou ik een chirurgische interventie overwegen?

In geval van een solitair kraakbeenletsel met op MRI tekens van instabiliteit (vochtophoping in achterliggende boslaag (botoedeem)) dient een ingreep in overweging te worden genomen.Kraakbeen heeft immers geen bloedvoorziening zodat het niet heelt of groeit op zichzelf. Daardoor is bij een letsel progressie van kraakbeenverlies de regel  alsook de verergering van de symptomen.


Schade aan het kraakbeen kan irritatie in het kniegewricht veroorzaken hetgeen leidt tot ontsteking , zwelling en pijn tijdens dagdagelijkse of sportactiviteiten. Wanneer je het onbehandeld laat, zal de schade alleen maar uitbreiden en zullen de defecten toenemen in grootte waardoor je meer pijn zult ervaren en het onmogelijk zal worden om dagdagelijkse activiteiten uit te voeren zonder significante pijn en functionele hinder.
Chirurgische technieken zijn ontwikkeld doorheen de jaren om kraakbeen groei te stimuleren of bestaand kraakbeen te gebruiken uit andere regio’s in ons lichaam.

Wanneer je de focale letsels onbehandeld laat en het kraakbeenverlies toeneemt, zullen kraakbeenherstel of restoratietechnieken niet meer geschikt zijn en zullen andere procedures aanbevolen worden (gewrichtsvervanging, TKP).

In geval van diffuus kraakbeenlijden zijn er jammer genoeg vaak geen operatieve behandelingsmogelijkheden behoudens om op latere leeftijd over te gaan tot een knieprothese. Conservatief beleid voor kraakbeenletsels bestaat uit : kinesitherapie met gesloten keten oefeningen, gebruik van brace of bandage, gebruik van kraakbeensupplementen, infiltraties (corticosteroid of hyaluronzuur)

Wat zijn mijn behandelingsmogelijkheden?

De beslissing hoe een kraakbeenletsel het best te behandelen hangt af van verschillende factoren zoals de locatie, omvang en aantal letsels, je chirurgische en medische voorgeschiedenis, leeftijd en activiteitenniveau. Het is belangrijk om dit in detail te bespreken met je chirurg. Om de slaagkansen te verhogen, vereisen kraakbeenhersteltechnieken een uitgebreide revalidatieperiode. Je moet in staat zijn om zeer intensief te revalideren. Typische behandelingsopties houden in:

  • Microfractuur of icepicking : een artroscopische procedure hetgeen het best werkt voor behandeling van kleine kraakbeenletsels (hierbij worden kleine gaatjes gemaakt in het bot thv de kraakbeen defecten om bloeding-littekenweefselaan te maken in het defect).

 
         microfractuur/icepicking in het kraakbeenletsel

  • Mozaiekplastie: hierbij worden kraakbeendefecten opgevuld door kraakbeenplugs dewelke genomen worden op een plaats in de knie waar ze gemist kunnen worden.
  • Autologe matrix geïnduceerde chondrogenese (AMIC): een hoog gespecialiseerde procedure om kraakbeenletsels te herstellen; Hierbij wordt na uitvoeren van een icepicking een collageenmembraan aangebracht op het kraakbeendefect.

Hoe weet ik welke behandelingsoptie het beste voor mij is?

De chirurg bespreekt met u de verschillende behandelingsopties en beslist dan welke het best is voor het letsel en je persoonlijke wensen. Deze beslissing is gebaseerd op verschillende factoren en is gerelateerd aan de locatie, omvang en aantal van de laesies, je leeftijd en activiteitenniveau. Ook indien er andere meniscale of ligamentaire letsels in de knie aanwezig zijn dewelke ook behandeld moeten worden tijdens dezelfde ingreep.

Zal ik nog verdere chirurgie nodig hebben?

Vaak zijn kraakbeenletsels te wijten aan andere letsels zoals een meniscusscheur of malalignement van de knie. Wanneer de knie niet in de juiste stand staat of wanneer de meniscus weg is, zijn enkel kraakbeenherstel technieken niet succesvol. In vele gevallen zal het malalignement (scheefstand) van het been gerealigneerd moeten worden (een osteotomie). In geval van zwaar meniscusverlies is kadaver meniscus transplantatie eventueel een optie.

Wat zal er gebeuren na de chirurgie?

Na de ingreep is er een revalidatieperiode, hetgeen afhankelijk is van de exacte chirurgische procedure dewelke werd uitgevoerd en de locatie van de behandelde chondrale laesies. Op basis hiervan kunnen specifieke oefeningen uitgevoerd worden.

Bij de meeste kraakbeenprocedures zal postoperatief een kniebrace aangelegd worden en is krukkengebruik noodzakelijk voor een bepaalde periode om zo de heling te bevorderen.

Kinesitherapie is een belangrijk deel van je postoperatieve periode om een goed resultaat te verkrijgen. Volledig herstel schommelt tussen 3 en 12 maanden, afhankelijk van het type chirurgie.

Waar?